Vijf acteurs en hun favoriete Shakespeare-rol

Vorige week verscheen bij Dagblad Trouw een Shakespeare-special ter gelegenheid van zijn 450-ste geboortedag. Voor die special interviewde ik vijf acteurs over hun favoriete Shakespearerol.

Chris Nietvelt – Lady Macbeth (MacBeth)

 “Lady Macbeth lijkt het cliché van een slechte, ontaarde vrouw. Haar slechtheid zit diep in ons collectieve geheugen. We onthouden nu eenmaal graag de boze en donkere kanten: dat ze haar man aanzet tot machtswellust en moord. Maar alleen die slechtheid spelen, is voor een acteur te eenduidig. Er moet toch meer dan dat zijn? Om begrip voor de zwarte kant op te brengen, moet je haar drijfveren kunnen begrijpen. Alles wat Lady Macbeth doet, komt volgens mij voort uit een oprechte, diepe liefde voor haar man. Ze hebben een huwelijk waar de sleur is ingekomen. De voorspelling dat haar man koning kan worden, doet haar dromen van nieuw geluk. Ze wil heel ver gaan voor hun beider geluk, de uitkomst daarvan is uiteindelijk heel zwart. Net als haar man gaat Lady Macbeth een grens over. Daarna rest enkel nog zelfmoord. Als ze echt alleen maar slecht was geweest, dan had ze die wroeging niet gehad en had ze zichzelf niet gedood. Door de liefde voor haar man als leidraad te hanteren, kan je hopelijk begrip opbrengen voor dit kwaad, waartoe iedereen in staat is. Soms druis je in tegen je principes, om wat voor reden dan ook. Als je die reden begrijpelijk kan maken, begrijp je ook waarom er uiteindelijk geen weg meer terug is voor haar.”

Gaite Jansen – Ophelia (Hamlet)

 “Ophelia staat voor mij voor de hoop. Ze is zo puur en onbeschreven. En ze is heel erg verliefd op Hamlet. Ze zit vast in het systeem dat een koninklijk hof is en ziet in hem een weg naar buiten. Maar hij laat haar in de steek. Dat maakt haar kapot. Er wordt door Hamlet, haar vader en haar broer heel bot met haar omgesprongen, maar ze probeert toch steeds een open blik op de wereld te houden. Zonder oordeel. Ze gaat altijd uit van het goede. Ophelia is daarin niet naïef of achterlijk, ze is heel intelligent. Het is heel dapper om altijd eerder het goede te zien dan het slechte.

Ik herken me wel in haar pogingen om steeds opnieuw de wereld proberen te bevatten. Iedereen zal weer andere dingen in haar herkennen. Het is bijzonder dat Shakespeare met haar een personage heeft geschapen, dat nog steeds mensen raakt, bij iedereen op een andere manier.

Het is een hele eer om haar nu als mijn eerste rol bij Toneelgroep Amsterdam te mogen spelen. Guy Cassiers, de regisseur, heeft me erg vrij gelaten om de rol uit te zoeken binnen de ruimte die de tekst geeft.  Je kunt bij het spelen bovendien niet anders dan genieten van al die mooie zinnen die je mag zeggen. De kracht van Shakespeare en van Tom Lanoye die de tekst bewerkte is dat ze voor elk woord dat ze zouden kunnen gebruiken een nog veel mooier woord weten te vinden. De taal die dat oplevert helpt je bij het spelen.”

Halina Reijn – Catharina (Het temmen van de feeks)

“Ik wilde Catharina al spelen sinds ik op mijn elfde op de theatervooropleiding een versie van ‘De getemde feeks’ opvoerde. Ik vond die tekst toen al te gek. Het leek me fantastisch als er een grote, sterke man zou komen om me mee te nemen en daar hoop ik nog steeds op. De controverse van het stuk – waarin een brutale vrouw getemd wordt door een sterke man – vond ik toen en vind ik nu nog steeds aantrekkelijk. Seksualiteit en macht zijn nu eenmaal met elkaar vervonden. Denk bijvoorbeeld maar eens aan de populariteit van ’50 Shades of Grey’. Het is die immoraliteit die Shakespeare toont, die zijn stukken zo mooi maakt. Het is niet voor niets dat die populaire televisieseries met immorele hoofdpersonen als ‘Breaking Bad’ en ‘House of Cards’ Shakespeareaanse trekjes hebben. Die donkere kanten en interne tegenstrijdigheden trekken aan, omdat daarin een waarheid over mens verscholen zit.

De interne tegenstrijdigheid is ook de aantrekkelijkheid van Catharina. Zij heeft iedereen in haar macht. Haar vader is bang voor haar en haar zusje haat haar. Het is een stoer ADHD-meisje dat communiceert via het gevecht. Het is altijd leuk om iemand te spelen die zich niet aan de codes wil houden en onaangepast gedrag vertoond. Maar ik vind het als actrice interessanter om ook de andere kanten van een personage te tonen. Catharina is ook een kwetsbaar vogeltje, dat het liefst mooi en aardig gevonden wil worden.

In de laatste controversiële monoloog geeft Catharina zich over aan haar man. Maar toen we de voorstelling bij Toneelgroep Amsterdam speelden, ging het voor ons niet per se over gehoorzaamheid, maar veel meer over het volledig opgaan in de ander. Daarmee ging het vooral ook over de liefde en de machtsrelaties die daarin een rol spelen.”

Hans Kesting – Othello (Othello)

 “Othello is de perfect geïntegreerde vreemdeling. Hij heeft als generaal zijn stad Venetië beschermd. Hij heeft een Arabische achtergrond, maar is Christen geworden. Hij spreekt de politieke taal uitstekend, heeft daardoor een goede relatie met het stadsbestuur en heeft een relatie met de blanke dochter van een van de invloedrijkste mannen uit de stad. Het lijkt, kortom, uitstekend met Othello te gaan. Als zijn rivaal Jago hem echter influistert dat zijn geliefde Desdemona hem wel eens ontrouw zou kunnen zijn, zoekt hij de redenen daarvoor bij hemzelf en lijkt hij een behoorlijk laag zelfbeeld te hebben. Misschien bedriegt ze hem om zijn kleur, om zijn leeftijd, omdat zijn “dikke lippen zoete gesprekken en zachte fluisteringen niet beheersen.” Uiteindelijk doodt Othello haar uit jaloezie. Iets wat helemaal in orde leek, wordt zo kapot gemaakt.

Jaloezie herkennen we allemaal wel. Of hoe onzekerheid door je hoofd kan blijven spoken. Ik heb vroeger ook wel eens momenten gehad dat ik een hekel aan mezelf had, mezelf wat leuker wenste en aan alles twijfelde. Het verschil met Othello is, dat ik die onzekerheid lekker op het toneel kan uitzoeken.

Natuurlijk ben ik geen grote zwarte man. Maar ik ben ook geen joodse advocaat of een flamboyante vrouwenversierder en die speel ik ook. Het gaat erom wat je als acteur doet met de gegevens die Shakespeare je aanlevert en de waarachtigheid waarmee je dat doet. Alle grote schrijvers kenmerken zich door de ruimte die ze de acteur in hun tekst bieden om de rol in te vullen. Shakespeare laat je die ruimte. Toch is het niet zo, zoals mensen weleens denken, dat je tijdens het repeteren zit te wachten op die ene geniale ingeving om de rol goed te kunnen spelen. Shakespeare spelen is heel technisch zoeken in de tekst: wat staat er precies en hoe breng ik dat over?”

Jacob Derwig – Hamlet (Hamlet)

 “Hamlet wordt gezien als de rol der rollen, omdat de rol zo breed is. Omdat hij je fantastische, filosofische gedachten mee laat maken. Hij laat je zowel lachen als huilen, maar wel op een diepgaand niveau. En natuurlijk hebben we met zijn allen zelf die mythe van hem gemaakt.

Hamlet spelen kun je niet alleen. Daar heb je een goede regisseur voor nodig die je door de tekst heen helpt. In mijn geval was dat Theu Boermans. Je moet vanaf het begin een heldere visie hebben op die rol, anders kom je bedrogen uit. Er bestaat zo’n helder universeel beeld van hem, je moet iets hebben om daar tegenover te plaatsen. Ons idee van Hamlet ging uit van de verwondering. Hamlet is jong en verwondert zich over de wereld. Gedurende het stuk – waarin hij door de geest van zijn vader gevraagd wordt om zich op diens moordenaar te wreken – leert hij de slechtheid van die wereld en van de mensen om hem heen kennen. Daardoor wordt hij volwassen.

Voor mij viel het kwartje om hem te kunnen spelen door het publiek vanaf het eerste moment te betrekken in zijn verwondering. Door ze meteen door zijn ogen naar de wereld te laten kijken, konden de toeschouwers makkelijker meekomen in zijn gedachtegang.

Voor Theu en mij was ook belangrijk dat Hamlet meer werd dan een bouwwerk van bloemrijke taal. Hij wordt dan al snel zo’n taalkathedraal dat je niet meer bij de binnenkant van die jongen zelf komt. Daarom heeft Theu de taal iets begrijpelijker gemaakt. Dat vonden de puristen niet zo leuk, maar daardoor werd Hamlet wel toegankelijker.

Er zitten in ‘Hamlet’ een aantal bekende monologen die iedereen kent. Zodra je begint met ‘Te zijn of niet te zijn’, dan slaakt het publiek een zucht: ‘We zitten inderdaad bij Hamlet’. In die zucht moet je als acteur natuurlijk niet meegaan. Ik weet dat Pierre Bokma die monoloog expres heel erg zacht begon, waardoor het publiek in verwarring raakte: ‘Is dit nou die monoloog of niet?’”

foto: Jan Versweyveld

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.