Recensie Het stenen bruidsbed – Nationale Toneel

foto: Carli Hermès
foto: Carli Hermès

Het is een trend. Of een plaag. Het is een beetje hoe je erin staat. In ieder geval worden de Nederlandse tonelen al een paar seizoenen overspoeld met boekbewerkingen.

Ook het Nationale Toneel schudde de laatste jaren de boekenkast leeg. Vorig jaar zette regisseur Johan Doesburg nog op geweldige wijze het non-fictieboek ‘De Prooi’ op de planken. Nu kiest Doesburg voor ‘Het stenen bruidsbed’ van Harry Mulisch, een van de Nederlandse literaire meesterwerken van de 20e eeuw. Doesburg komt niet geheel ongeschonden uit de strijd die boekbewerken nu eenmaal is tussen het ene kunstmedium en het andere.

‘Het stenen bruidsbed’ beschrijft de donkere, koortsachtige binnenwereld van de Amerikaan Norman Corinth die in Dresden arriveert elf jaar nadat hij diezelfde stad als bemanningslid van een geallieerde bommenwerper in de as heeft helpen leggen. De hernieuwde confrontatie met de stad en met zijn slachtoffers zet zijn denken over goed en kwaad, over rechtvaardigheid en over de logica van de geschiedenis op losse schroeven en breekt hem van binnenuit af tot er een mentale ruïne overblijft.

In de regie van Doesburg, die het boek van Mulisch trouw volgt, wreekt zich het verschil tussen de verschillende media. In het boek kijken we vanuit het aangetaste binnenste van Corinth naar buiten. In het theater kijken we juist van buiten naar het personage en moeten we door zijn handelen afleiden hoe hij geestelijk in elkaar steekt. Om die kloof tussen de media te overbruggen, zet Doesburg twee vertellers in die ons in Mulisch’ woorden vertellen wat Corinth (Jeroen Spitzenberger) denkt en – nog erger – doet. Met die letterlijkheid ontneemt Doesburg zowel publiek als acteur iets essentieels. Het publiek ontneemt hij de verbeelding – zo belangrijk in literatuur en theater – omdat het personage precies uitspeelt, wat de vertellers al zeggen. Maar hij ontneemt Spitzenberger ook de mogelijkheid om zijn personage diepgang mee te geven, omdat elke psychologische invulling dubbelop is met wat de vertellers zeggen. Daarmee wordt ‘Het stenen bruidsbed’ braaf verteltheater dat alles wat Mulisch’ boek diepgang geeft, plat slaat.

Pas als de vertellers afstand nemen en de acteurs de vrijheid krijgen om voluit mooi te spelen, ontstaat er sprankelend, spannend toneel. De confrontatie tussen Corinth en de vermeende ex-nazi Schneiderhahn (een briljant spelende Stefan de Walle) is dan ook het hoogtepunt van de avond.

Theater vindt zijn kracht op andere plekken dan literatuur. Juist daarom zijn boekbewerkingen zelden geslaagde ondernemingen.

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.