Recensie Vuile Handen

Vuile Handen doet geen uitspraken

1 mei 2007

Als politicus maak je vuile handen. Met idealen heeft het vak in ieder geval weinig van doen. Zeker als de liefde ook nog eens een rol gaat spelen. Die ontnuchterende gedachte werkt Jean-Paul Sartre uit in zijn stuk Les mains sales (Vuile Handen) dat hij vlak na de Tweede Wereldoorlog schreef. In het stuk botsen de politieke denkbeelden van de jonge idealist Hugo met die van zijn baas en leider van de socialisten Hoederer. Hugo heeft van de onderste regionen van de Partij de opdracht gekregen om Hoederer uit de weg te ruimen. Maar is een verschil van politieke mening genoeg om iemand te doden? Zeker als die mening nogal relatief en veranderlijk is, zoals in de politiek? Uiteindelijk is het dan ook een gefnuikte liefde die Hugo tot zijn daad brengt. En niet zijn idealisme.
Het onderwerp van Vuile Handen zou in deze tijden zomaar eens actueel kunnen zijn. Dat meende ook regisseur Tarkan Köroglu van thEAter EA en zette het stuk op de planken met een relatief jonge cast. Merkwaardig genoeg weet Köroglu deze tekst echter zodanig te ensceneren dat er van de actuele meerwaarde van het stuk geen spaan heel blijft.
Dat begint al bij de keuze om het stuk ook echt in de jaren veertig te laten spelen. Compleet met contemporaine pistolen, radio’s, koffiepotten, sigarettenhouders en lichtknopjes. Dat schept een onbedoelde afstand tot de actuele kern van het stuk en de personages om wie het draait. Het gaat blijkbaar over toen, in de Tweede Wereldoorlog en niet over nu. Slechts één keer weet thEAter EA in hun voorstelling het thema relevant en spannend te maken: als de idealist Hugo en de realist Hoederer met elkaars denkbeelden worden geconfronteerd. “Politiek is een wetenschap, je kunt bewijzen dat de ander ongelijk heeft”, meent Hugo. “In de politiek moet je bereid zijn vuile handen te maken en flexibel kunnen zijn als dat politiek van pas komt”, vindt Hoederer. De onoverbrugbare kloof tussen rechtlijnig idealisme en de wisselvallige politieke praktijk, waar recent nog een PvdA-partijbestuur is ingetuimeld, wordt in deze scène prachtig duidelijk.
Helaas zit die spannende scène pas op driekwart van het stuk. Daarvoor heeft de toeschouwer al anderhalf uur naar een behoorlijk saaie voorstelling zitten kijken die zwalkt tussen een liefdesverhaaltje, een avonturenroman en een politiek ideeënstuk. Dat kan misschien aan Sartre liggen, maar ook Köroglu weigert harde keuzes te maken. Daardoor wordt zijn encenering oppervlakkig en saai.
Wat daar niet bij helpt is het middelmatige spel. Vrijwel geen enkele acteur weet zijn personage boven een bordkartonnen figuurtje uit te tillen. Terwijl de twee vrouwenrollen en ook de rol van Hugo toch smeken om diepgang en nuance. De twijfels en andersoortige gevoelens van de personages worden in de tekst uitgesproken. Zien of voelen doen we ze als toeschouwer echter niet. Positieve uitzondering is Khaldoun Elmecky die van zijn Hoederer een interessante politicus van vlees en bloed maakt: charmant, bevlogen, innemend, maar tegelijkertijd ook levensgevaarlijk en nietszontziend.
Het spel van Elmecky is echter niet genoeg om de voorstelling te redden. Daarvoor had regisseur Köroglu hardere keuzes en een duidelijker statement moeten maken. Nu blijft het een middelmatig en merkwaardig periodestuk waaraan een duidelijke artistieke meerwaarde ontbreekt.

Vuile Handen van thEATer EA
Tekst: Jean-Paul Sartre
Regie: Tarkan Köroglu
Spel: Khaldoun Elmecky, Erika van der Horst, Laura de Boer e.a.
Gezien: 26 april 2007, Compagnietheater, Amsterdam

Robbert van Heuven, 2007