Recensie Babylon

Duidelijke taal iets te langdradig

23 april 2007

Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. Maar waar is thuis eigenlijk? Kun je wel ergens thuis zijn waar je de taal niet begrijpt? Wie kent immers niet dat ontheemde gevoel op vakantie als die autochtoon maar niet wil begrijpen wat jij in je beste Frans / Engels / Duits / Portugees bedoelt.
Babylon, de nieuwe voorstelling van Het Zuidelijk Toneel gaat over taal en wat die te maken heeft met je ergens thuis voelen, met je identiteit en vooral ook met de communicatie tussen verschillende culturen. Regisseur Matthijs Rümke vroeg vijf schrijvers, met een cultureel diverse achtergrond, een tekst te schrijven over deze thema’s. Die teksten monteerde hij tot een vaak geestig, soms ontroerend mozaïek van elkaar snel opvolgende scènes. Een Nederlandse klant wil zijn ABN-sprekende Marokkaanse kapper maar niet begrijpen. Een vluchteling weigert ondanks maatschappelijke druk te kiezen tussen zijn Algerijnse en Nederlandse identiteit. Hij is immers zowel Nederlander als Algerijn. Op taalcursus weet de Nederlandse juf Willem de Zwijger niet te herkennen, in tegenstelling tot haar Afrikaanse leerling. Een Nederlandse toerist wordt in Amerika geholpen bij het ingewikkelde jargon dat komt kijken bij het bestellen van een kopje koffie.
De culturele mengelmoes beperkt zich niet tot de schrijvers en hun teksten. Ook de acteurs en figuranten komen uit alle windstreken. Dat geeft de voorstelling duidelijk meer zeggingskracht. Er wordt immers niet alleen over, maar ook met andere culturen gesproken. Rümke kiest er bovendien voor om culturen en identiteiten door elkaar te husselen: mannen spelen vrouwen en andersom, de Marokkaanse kapper wordt gespeeld door een Nederlander en de Nederlandse klant door een Turkse acteur. En een zwarte acteur speelt een Surinamer, een Algerijn en een Nederlander. Dat is een sterke keuze, omdat het de tegenstelling tussen wij en zij op scherp zet. Wij is net zo goed ook zij en andersom.
De actuele thematiek, de teksten en de sympathieke acteurs zijn de kracht van de voorstelling. Maar die thematiek is ook meteen de zwakte van Babylon. Omdat de scènes allemaal over hetzelfde onderwerp gaan, ontstaat er een ongewenste herhaling van zetten. Er wordt een problematiek opgeworpen, waarmee verder niets meer gebeurt. Op een gegeven moment heeft de toeschouwer het probleem wel begrepen en gaat het gebrek aan diepgang knagen. De voorstelling, hoe snel ook gemonteerd, wordt vanaf dat moment te langdradig.
Los van het gebrek aan reflectie op de opgeworpen probleemstelling, is Babylon een sympathieke en geëngageerde voorstelling, waarnaar toe alle politieke partijen, maar vooral de Partij voor de Vrijheid maar eens op excursie moeten.

Babylon van Het Zuidelijk Toneel
Regie: Matthijs Rümke
Spel: Gustav Borreman, Joyce Chamaoun, Arthur Evadgian, Jeroen Gunning e.a.
Gezien: 21 april 2007, Parktheater Eindhoven
Robbert van Heuven, 2007