Recensie Ajax

Tijdloos actueel?

Ajax van de Griekse tragedieschrijver Sophocles is een merkwaardig stuk: er gebeurt namelijk hoegenaamd niets in. De Griekse held Ajax heeft recht op de wapenrusting van de tijdens de Trojaanse Oorlog gesneuvelde Achilles. Op slinkse wijze en met steun van de legerleiding weet Odysseus hem die wapens echter af te troggelen. Woest trekt Ajax er op uit om die schoften een kopje kleiner te maken, maar godin Athene zorgt ervoor dat de held los gaat op een kudde vee, in plaats van op zijn meerderen. Nu is Ajax dubbel vernederd: hij is zijn wapenrusting kwijt en ook nog eens voor gek gezet door de goden. Om de eer aan zichzelf te houden werpt hij zich op zijn zwaard. Na zijn dood ontstaat tussen zijn broer Teucros en de legerleiding een oeverloze discussie over leiderschap en democratie.
Dat er nauwelijks handeling is en er voor het grootste deel over grote thema’s wordt gediscussieerd, maakt van Ajax vooral een ideeënstuk. Voor een hedendaagse opvoering lijkt het op het eerste gezicht nauwelijks geschikt. Toch werd het enkele seizoenen geleden door het NNT gespeeld en maakt Theu Boermans er nu een coproductie tussen TGA en de Theatercompagnie van. Hoewel de intentie van de regisseur om een stuk over de staat van de democratie op de planken te brengen best te prijzen is, verslikt hij zich danig in de stugheid van de 2000 jaar oude materie.
Het grootste probleem met Boermans enscenering is dat hij het stuk integraal op de planken heeft gekwakt, zonder zich rekenschap te geven van het feit dat de theatergeschiedenis sinds de Grieken min of meer door ontwikkeld is. En dat datzelfde geldt voor de ideeën over politiek en samenleving. Natuurlijk spelen ook in Nederland nu vragen over democratie en leiderschap en natuurlijk moet daar theater over worden gemaakt. Maar het is eenvoudigweg te simpel om een 2000-jaar oud stuk met grofweg die thematiek op het podium neer te zetten en dan maar te hopen dat het publiek een actuele link legt. Klassiek repertoire moet gespeeld worden, omdat we zo onze huidige ideeën kunnen toetsen aan die van toen. Niet omdat de stukken tijdloos zouden zijn. Enige bewerking of enige stellingname van Boermans en zijn acteurs had het stuk dan ook relevant kunnen maken.
Nu zien we oeverloos in oubollig Nederlands babbelende mensen die grote drama’s maken over zaken als geknakt eergevoel en gestolen wapenrustingen en vrouwen die zich zonder enige discussie schikken in de wil van hun man. De acteurs doen hun best om zich een weg door dat retorische bombast te banen en Jappe Claes als koor weet er zelfs af en toe nog een gebbetje uit te persen. Maar uiteindelijk verzuipt iedereen in de door Sophocles opgeworpen taal en ideegolven.
Het lijkt er op dat Boermans zich dat ergens in het repetitieproces ook besefte. Om de langzaam wegzakkende toeschouwer bij de les te houden, gooit hij er een zeurende, dreigende soundscape, een monumentaal decor, levensechte dode schapen, een heuse zelfmoord en een overdonderende sneeuwstorm in. En hij gooit af en toe het zaallicht aan en laat zijn personages door de zaal draven. Als om nog eens te benadrukken dat het toch echt over ons nu gaat. Maar het probleem met Ajax is dat die insteek faalt: deze versie van Ajax gaat niet over ons, het gaat over Oude Grieken heel lang geleden.

Robbert van Heuven, 2007