Willemijn Zevenhuijzen

Geen meisje-meisje

Zoals elke andere hippe band hebben ze een eigen hoekje op de populaire website MySpace. Op die site kun je hun nieuwe videoclip bekijken en de rockende nummers Former Groupie, Road to Nowhere en Fast Crash Fuck beluisteren. Wild Boys (met Theo op gitaar, Sven op bas en Eddie achter de drums) lijkt lekker aan de weg te timmeren. Ware het niet dat Theo eigenlijk Suzan heet, Eddie eigenlijk Kim en Sven Willemijn.

Wild Boys is niet alleen een band, maar bovenal ook een theatervoorstelling, die van de zomer al te zien was op Festival Over het IJ en nu opnieuw in het theater staat. Een voorstelling over drie vrouwen die het ware ‘mannen-onder-elkaar-gevoel’ willen beleven. En hoe kan dat nu beter dan door een mannenbandje te beginnen?
Wild Boys kwam voort uit de fascinatie van theatermaakster Willemijn Zevenhuijzen voor wat een man een man maakt en een vrouw een vrouw. Zevenhuijzen: ‘Dat onderscheid ligt genuanceerder dan je zou denken. Ik was vroeger nogal androgyn. Ik voelde me wel vrouw, maar ik hoorde daar toch niet echt bij.’ Haar fascinatie deelde ze met Suzan Boogaerdt, waarmee ze in de klas zat op de Mime opleiding. ‘Suzan en ik zijn allebei geen meisjes-meisjes. Op school speelden we al twee Kerstmannen die door hun vrouw waren verlaten. Daarom wilde ik haar heel graag bij deze voorstelling hebben.’
Samen met Kim van Zeben en gewapend met drums, gitaar en bas doken Zevenhuijzen en Boogaerdt voor Wild Boys in het gevoelsleven van de man. Zevenhuijzen: ‘Ik ben mannengedrag toch wel een stuk beter gaan snappen. Wat ik aan mannen kan benijden is hun saamhorigheidsgevoel. Ze beschermen elkaar, er zijn onderling minder problemen. En als die er zijn, drijven die sneller weer over. In een band komt dat gevoel naar voren. De vrouwen in de band gebruiken dat man-zijn om nieuwe ruimte voor zichzelf te verwerven, zichzelf niet in een hoekje weg te stoppen, om ongenuanceerd te kunnen zijn. In de voorstelling gebruiken we stereotypen en clichés over mannen om genuanceerd te kunnen zijn over het onderscheid tussen mannen en vrouwen.’
De actrices leerden muziekinstrumenten spelen en deden zelfs workshops om te leren hoe mannen zich anders bewegen dan vrouwen. ‘Een man lijkt bij elke stap te zeggen: “Deze grond is van mij.” Mannen praten harder, ze zijn niet bang om aanwezig te zijn.’
Bij het publiek is de herkenning groot. ‘Sommige vrouwen herkenden in ons hun vriendje. En sommige mannen hadden na de voorstelling de neiging extreem mannelijk gedrag te vertonen. Ze voelden zich bevrijd.’ Maar er kwam ook een mevrouw naar haar toe die zich herkende in het verlangen van de drie vrouwelijke personages om meer ruimte voor zichzelf te creëren. En een man die zich schuldig voelde dat hij als man niet de ruimte innam waarnaar die vrouwen juist zo verlangen. ‘Dat aanwezig zijn, is voor mannen veel meer geaccepteerd dan voor vrouwen. Dat maakte bij sommige mensen toch wat los.’ Lachend: ‘Misschien moeten we cursussen gaan geven.’

Robbert van Heuven, 2009