Bo Koek en Rik Elstgeest (De Veenfabriek)

‘Er zijn wel weer sirenes ingeslopen’

15 juni 2007

‘Soms denk ik aan dingen die te slecht zijn om over te praten. Akkoord of niet akkoord? Ik plaag soms dieren. Akkoord of niet akkoord? Ik houd van gedichten. Akkoord of niet akkoord?’. Dit zijn enkele vragen uit een persoonlijkheidstest die jonge delinquenten voor hun kiezen krijgen. Om van deze tekst het libretto voor een muziektheatervoorstelling te maken, ligt niet meteen voor de hand. Toch zijn deze vragen het uitgangspunt voor Sharing the same shade, waarmee het ensemble De Veenfabriek op het Holland Festival staat.
De Veenfabriek werd in 2005 opgericht door muzikant/theatermaker Paul Koek. Zijn gezelschap, gevestigd in een oude dekenfabriek in het centrum van Leiden, maakte sindsdien diverse muziektheatervoorstellingen. Koek nodigde bovendien een groep jonge muzikanten uit om onder zijn vleugels voorstellingen te maken. Zo maakte de jonge groep de mooie voorstelling Ghostbusters en meer recent Raket. Beide voorstellingen kenmerkten zich door beeldend theater, vol met ingewikkeld knutselwerk, vreemde personages en een creatief gebruik van muziek en muziekinstrumenten.
Bo Koek en Rik Elstgeest zijn twee van de jonge muzikanten van de Veenfabriek. Van hen en collega John van Oostrum kwam het idee om een voorstelling op basis van de psychologische vragenlijst te maken. Elstgeest: ‘We vonden de tekst nogal obscuur. Het is namelijk een hele rare lijst vragen bijelkaar. Al blijkt hij psychologisch uiterst geraffineerd in elkaar te zitten. Het fascineerde ons dat je daarmee een beeld van iemand maakt en hem daarop beoordeeld. Voor ons was het bovendien een uitdaging. Hoe gaan we daar nou een theatervoorstelling van maken?’ Hoewel, theatervoorstelling? Elstgeest: ‘Je kan Sharing the same shade misschien beter omschrijven als theater in de vorm van een popconcert dan een muzikale theatervoorstelling.’
Dat geldt overigens voor de meeste voorstellingen van de jonge garde van de Veenfabriek, waarin de grens tussen theater en muziek meestal flinterdun is. Elstgeest, Koek en Van Oostrum zijn dan ook allemaal opgeleid als muzikant en niet als theatermaker. Wat interesseert hen zo aan theater? Koek: ‘In onze voorstellingen proberen we eerder de podiumkunsten als geheel te ontdekken, dan dat we willen kijken waar popmuziek ophoudt en theater begint. We willen van alles wat mogelijk is op het podium gebruik kunnen maken.’ Elstgeest: ‘In het theater kun je net iets fantasievoller met dingen omgaan. Je kunt de muziek aanvullen met een beeld of een tekst. Bovendien kun je ook meer vertellen, meer overbrengen dan alleen een goed gevoel dat je na een popconcert overhoudt. Omgekeerd werkt het soms goed in het theater om wat extremere muziek te maken dan bij een popconcert. Dat prikkelt bij de toeschouwer veel meer de verbeelding. Maar voor deze voorstelling hadden we vooral zin om fijne, toegankelijke popliedjes te schrijven. Maar ook weer niet Robbie Williams-achtig of zo.’ Koek: ‘Er zijn inderdaad wel weer een paar sirenes en zelfgemaakte instrumenten ingeslopen.’
Ook al kwam het basisidee voor de voorstelling van de muzikanten, de meer ervaren Paul Koek tekende voor de eindregie van Sharing the same shade. Leverde dat geen generatieconflicten op? Bo Koek: ‘Paul laat ons heel erg vrij, hoewel hij van huis uit veel meer op tekst is gericht. Maar ik vind dat hij ons heel goed aanvoelt en met ons mee zoekt. En wat belangrijk is: hij is in staat om dan ook zijn eigen ideeën los te laten. Maar uiteindelijk heeft hij gewoon meer ervaring.’

Robbert van Heuven, 2007