Jack Wouterse

‘Shakespeare was een volkstoneelspeler’

Jack Wouterse is vooral bekend als film- en televisieacteur (Vet Hard, Grijpstra en De Gier, Temmink). Toch staat hij met grote regelmaat op de planken. Deze en komende maanden speelt hij Koning Lear bij het ro-theater. Over televisie, film en kunst: ‘Het hokjesdenken is in Nederland heel erg aanwezig.’

Als we elkaar spreken heeft Jack Wouterse net een laatste tekstrepetitie achter de rug met collega Rogier Philipoom, voordat de hele groep acteurs naar Brussel vertrekt. Daar wordt Koning Lear van het ro-theater afgemonteerd, zoals dat heet, en daar gaat hij ook in première. Het was eigenlijk niet de bedoeling om zo’n grote rol te gaan doen bij het ro. Wouterse is bevriend met regisseuse Alize Zandwijk, werkte al regelmatig met haar en wilde weer eens iets met haar gaan maken. ‘Ik dacht zelf aan iets kleins. Maar toen kwam ze met Koning Lear.’
Koning Lear is Shakespeares bekendste tragedie. Het verhaal over een oude koning die in conflict raakt met zijn dochters, nadat hij zijn land aan hen heeft afgestaan raakt aan vele grote thema’s: ouder worden, generatieconflicten, macht en ambitie. Koning Lear is dan ook geen makkelijke rol om te spelen, maar Wouterse heeft inmiddels wel het gevoel dat hij er klaar voor is. Al blijft de rol een hele kluif. ‘Steeds denk je dat je er bent, dat je tekst kent en dat je alles in het stuk door hebt. Maar dan kom je toch nog weer meer lagen in je personage tegen.’ Wouterse vindt het lastig om over zijn rol te praten. Voor hem is acteren intuïtie. ‘Je kunt wel steeds alles gaan benoemen, maar uiteindelijk moet je een bepaald gevoel op je publiek overbrengen. Je hebt er dan ook niets aan om dat te kunnen verwoorden. Wat mijn techniek precies is, daar sta ik eigenlijk niet bij stil. Wat niet betekent dat ik tijdens het spelen mijn verstand uitschakel.’ Toch vergt toneelspelen een hele andere mentaliteit van een acteur dan spelen voor televisie en film, wat Wouterse ook veel doet. ‘Bij toneel ben je drie maanden met een rol bezig. Dus graaf je ook veel dieper in jezelf. Bovendien is er sprake van een andere concentratie. Bij film is die tijdens een opname een minuut lang heel hoog. Daarna kun je je ontspannen. Bij toneel ben je doorlopend supergeconcentreerd en precies bezig.’
Hij houdt van de afwisseling tussen toneel, film en televisie. Bovendien liggen die genres voor zijn gevoel helemaal niet zo ver uit elkaar. ‘Er zijn grote overeenkomsten tussen een film als Vet Hard waarin ik speelde en Koning Lear. Shakespeare was een volkstoneelspeler. Zijn stukken gaan over gewone mensen die ruzie maken. Het is soap. Het is dan wel geniaal opgeschreven, maar Koning Lear is uiteindelijk een ordinaire scheldpartij.’ Voor Wouterse is het onderscheid tussen hoge en lage kunst niets anders dan hokjesdenken. Waarvan hij sowieso vindt dat het in Nederland erg aanwezig is. ‘Doordat we in hokjes denken, of vanuit onze eigen cultuur, luisteren we niet meer naar elkaars verhalen. Hoewel we dan zouden zien hoe mooi en krachtig mensen zijn. Hoe ze hetzelfde zijn en hoe verschillend. Koning Lear gaat ook over mensen die niet communiceren, omdat ze alleen vanuit zichzelf blijven denken. Er is geen dialoog. In die zin denk ik dat Koning Lear eigenlijk een heel politiek stuk is.’

Robbert van Heuven, 2007