Minder ruimte voor kritiek in het buitenland

Minder ruimte voor theaterkritieken in buitenlandse kranten

De toekomst van de papieren theatercriticus ziet er niet best uit, schreven Floortje Bakkeren en Simon van den Berg eerder op deze site. Zijn kritieken en beschouwingen zullen worden overgenomen door amateur-kritieken op het internet en door human interest artikelen en advertorials in de gedrukte media. Vindt die ontwikkeling alleen plaats in Nederland of kampen ook buitenlandse critici met minder ruimte en een toegenomen rol van internet? Dat laatste blijkt voor een deel het geval, volgens de critici van drie grotere buitenlandse kranten. "We zullen we nooit meer terug teruggaan naar de recensies van drie pagina's."


Freelancer Kerri Allen, die onder andere toneelrecensies voor The New York Times en voor Back Stage schrijft, meent dat er steeds minder ruimte is in de krant voor uitgebreide recensies. "Sommige recensies die ik schrijf zijn tegen de 250 woorden. Dat kleine formaat is vaak heel frustrerend. Zeker als je bedenkt dat theatermakers vaak maanden of zelfs jaren met een voorstelling zijn bezig geweest."
Alleen op vrijdag worden in The New York Times nog recensies geplaatst van 1500 woorden. Maar die worden dan vaak geschreven door de 'grote' critici als Ben Brantley. The New York Times is wat dat betreft nog steeds gezaghebbend en Brantley kan, net als vroeger, een voorstelling maken of breken.

Impressietje

In tegenstelling tot The New York Times heeft De Morgen, waar de Vlaamse criticus Wouter Hillaert voor schrijft, steeds meer aan cultureel gezag verloren. De recente verkleining van zijn krant naar tabloidformaat had ook gevolgen voor de ruimte die de kunst kreeg in zijn krant. Hillaert ging van 7000 tekens per artikel naar 3600. Bijna een halvering. "Dat noem ik ook geen recensie meer, maar een impressietje." Het gevolg is dat veel 'hardcore' cultuurliefhebbers de krant nu links laten liggen. "Maar misschien krijgen ze er aan de andere kant wel weer lezers bij. Dat weet ik niet", reageert Hillaert laconiek.
Niet alleen bij De Morgen staat kunst en cultuur onder druk. De Tijd, één van de grote dagbladen van België, heeft zijn grote wekelijkse cultuurbijlage, met lange achtergrondartikelen afgeschaft. En ook in de dagelijkse krant verdwenen de lange artikelen.
Alle recensenten zien in hun kranten meer aandacht voor human interest, die, in ieder geval bij De Morgen ook niet door de expert worden geschreven, maar door de redactie. "Er is nog wel cultuur in de breedte", merkt Hillaert op, "maar nauwelijks nog in de diepte. Er is meer aandacht voor wat een acteur in zijn boekenkast heeft staan, dan voor een diepgravend interview met een maker."
Datzelfde stelt ook Gerhard Stadelmaier vast, chef theater van de Frankfurter Allgemeine Zeitung: "Ook mijn krant kiest steeds meer voor 'zachtere' onderwerpen als human interest interviews en plaatst mode in de kunstbijlage." Dat, en de behoefte aan steeds meer beeld en foto's, beperken ook voor hem de ruimte voor kunstkritiek. "Toch is er bij de FAZ nog steeds plaats voor mijn recensies. Theaterkritiek wordt er in ieder geval nog wel serieus genomen."

Off-off-Broadway

Allen merkt op dat bij de kranten waarvoor zij schrijft, de verkleining van de beschikbare ruimte niet per se gepaard gaat met vervlakking van de onderwerpen, zoals men zou verwachten. "In de kranten wordt net zo goed, of zelfs meer aandacht besteed aan off-Broadway en off-off-Broadwayshows (de meer experimentelere voorstellingen – RvH) dan aan musical. Als krant wil je natuurlijk dolgraag de ontdekker van nieuw talent zijn." Het onlangs gehouden New York Fringe Festival werd daarom door recensenten goed bezocht. "New York is natuurlijk ook echt een theaterstad. Maar goed, als Oprah van The Colour Purple een musical laat maken, dan kun je daar als krant natuurlijk niet omheen."
Hillaert merkt dat het geschetste beeld van Bakkeren en Van den Berg, waarin internet een belangrijkere rol gaat spelen, in ieder geval in Vlaanderen klopt. Zo is er Urbanmag.be, waar beginnende critici op publiceren. Maar ook tijdschrift Knack heeft een recensentenblog. Ironisch genoeg is dat opgezet door de oud-chefkunst van De Morgen, die het niet eens was met de culturele verschraling en daar iets aan wilde doen. "Terwijl wij hem bij De Morgen juist een populist vonden."
Ook bij De Morgen zouden de cultuurmedewerkers graag meer met internet willen doen, maar tot op heden werkt het management niet mee. "Als dat aangekaart wordt, wordt gezegd dat de mogelijkheden worden bestudeerd. In feite gebeurt er dus helemaal niets."

Geen coup

Stadelmaier meent dat er in Duitsland geen internetkritiek te vinden is die de traditionele kritiek zou kunnen bedreigen. "Het is in ieder geval niet zodanig dat je het serieus kunt nemen. Men vertrouwt vooral op de gedrukte media, maar ook op de radio en in mindere mate de televisie. Voor amateur-critici zijn er dus weinig kansen."
Allen daarentegen ziet veel voordelen in internet, juist omdat het zo'n snel medium is. Zo stellen korte internetrecensies haar en anderen bijvoorbeeld in staat om snel vrienden op de hoogte te brengen van welke interessante voorstellingen er spelen. Dat gaat minder goed met een recensies van 1500 woorden. Ze merkt ook op dat veel Amerikaanse kranten en tijdschriften al hun recensies integraal op internet plaatsen (zoals de Frankfurter Allgemeine dat ook doet). Sommigen hebben ook recensies die alleen op internet verschijnen, zoals Backstage, omdat ze zo als weekblad toch dagelijks actueel blijven.
Maar er zijn ook initiatieven die lijken op Urbanmag. "Ik heb zelf voor Offoff.com geschreven. Dat is een website waar jonge critici voor niets publiceerden en begeleid werden door een professionele redacteur. Bijkomstig voordeel van de site was en is dat ze echt alles archiveren." En er zijn ongetwijfeld ook in New York amateursrecensenten die hun kritieken op een blog plaatsen. Allen: "Toch denk ik niet dat de bloggers een coup zullen plegen. Mensen zullen echt wel recensies blijven lezen. Al zullen we nooit meer terug teruggaan naar de recensies van drie pagina's. Daar kun je je druk over maken, maar dat verandert er niets aan."

Robbert van Heuven, 2006