Losgerukt uit de pluchen theaterstoel

Losgerukt uit de pluchen theaterstoel

15 mei 2007

In plaats van in een zaal zit je in een geluidsdichte doos. Of in een hotelkamer. Je bent zowel toeschouwer als deelnemer. Op Festival a/d Werf is aandacht voor ervaringstheater.

‘Als ik ’s nachts in mijn slaapkamer op bed lig, dan ligt mijn buurmeisje maar veertig centimeter van mij af. Acht uur per nacht brengen wij zo samen door. Maar we kennen elkaar niet.’, vertelt theatermaker Dries Verhoeven. Over die ervaring wilde hij graag een voorstelling maken. Dat werd U bevindt zich hier.
Verhoeven wil met zijn voorstellingen niet per se een verhaal vertellen. Hij wil de toeschouwer eerder een bepaalde ervaring laten ondergaan. Dat kan niet als het publiek in de zaal zit en de acteur op het podium staat. ‘Als het publiek in een gewoon theater in het donker zit, heeft het geen stem in de voorstelling. Daarom wil ik voorstellingen maken waarin de toeschouwer wel invloed op het geheel heeft.’ In zijn voorstellingen krijgt de toeschouwer dus een actieve rol. In een eerdere voorstelling van Verhoeven maakte de toeschouwer in zijn eentje een tocht door een museum, terwijl een acteur hem per gsm aanwijzingen gaf. In U bevindt zich hier bevindt de toeschouwer zich alleen in een hotelkamer, maar wordt hij toch op bijzondere wijze in contact gebracht met de andere hotelgasten.
Verhoevens voorstelling gaat in première tijdens het Utrechtse Festival a/d Werf dat op 17 mei opent. Ervaringstheater speelt de laatste jaren een behoorlijke rol op het festival, hoewel er ook genoeg ‘traditionele’ voorstellingen te zien zijn. Ook Yvonne Franquinet, artistiek directeur van het festival, wijst op de bijzondere kwaliteit van ervaringstheater. ‘Omdat dergelijke voorstellingen om een nieuwe relatie tussen toeschouwer en maker vragen, zal de toeschouwer de maker moeten vertrouwen. Pas dan krijgt de voorstelling een bepaalde intimiteit.’ Franquinet heeft wel een verklaring waarom ervaringstheater een steeds belangrijkere rol op festivals gaat spelen. ‘In een wereld waarin alles zo snel gaat en waarin alles in korte statements moet worden samengevat, zijn veel theatermakers op zoek naar een manier om de toeschouwer een ervaring van rust te geven.’ Terwijl Verhoeven zijn toeschouwers in een hotelbed ten ruste legt, sluit Lotte van den Berg tijdens haar festivalvoorstelling Gerucht publiek en acteurs op in een geluidsdichte doos midden op een plein. De toeschouwers kunnen de stad zo zien, maar niet horen. In dat tijdelijke isolement speelt de voorstelling zich af. Van den Berg hoopt dat de toeschouwer zo de rust kan nemen om eens op een nieuwe manier naar de stad te kijken. In een eerder interview bevestigde de theatermaakster de stelling van Franquinet: ‘Er is steeds minder tijd om te luisteren en te zitten, om daadwerkelijk tot rust te komen. Ik denk dat er mensen zijn die daar echt onder lijden. Ik merk dat mensen steeds meer behoefte hebben aan rust, aan concentratie. Ik heb er zelf in elk geval behoefte aan. Daarom maak ik ruimte om te zitten en te kijken.’
De geluidsdichte doos Van den Berg en het nagebouwde hotel van Verhoeven geven al aan dat de voorstellingen van Festival a/d Werf het best gedijen op een bijzondere locatie. Juist omdat ze de toeschouwer losrukken uit de beschermende pluche stoel in het donker. Helemaal bijzonder is in dat opzicht de locatie waar de groep Le Nu Perdu hun voorstelling Ins Blaue Hinein spelen: een oud passagiersvliegtuig. De DC9 zal op verschillende plekken in de stad worden neergezet en om dat mogelijk te maken zal het nodige straatmeubilair moeten worden verplaatst. Le Nu Perdu levert op die plek een wonderschone voorstelling af, waarin de eenzame toeschouwer zich, geblindoekt, helemaal moet overgeven aan de makers. Anonieme lichamen en stemmen troosten, fluisteren en dansen met hem. Dat levert een Alice-in-Wonderland-achtige ervaring op, die de toeschouwer niet alleen verwondert, maar vooral ook inderdaad tot rust gekomen achterlaat.

Robbert van Heuven, 2007