Lieve Kitty demythologiseerd

Musicals en andere uitwassen van de Anne Frankindustrie zijn een gevolg van de mythologisering van Anne Frank. Lieve Kitty, een theatervoorstelling van Dood Paard en Nieuw West, zet daar vraagtekens bij. Anne zelf is vrij letterlijk op het podium aanwezig. Met machinegeweer en militair uniform.

Bijna vijftig minuten lang heeft ze zwijgend gekeken naar die vier rare acteurs die een revue proberen te verzinnen, waarmee ze na hun dood herinnerd zullen worden. Dan laadt het meisje dat verdacht veel op Anne Frank lijkt haar machinegeweer door om met een daverend salvo de aandacht voor zich op te eisen. Om vervolgens vast te stellen: ‘Ik ben het meisje dat alles overleeft, omdat er altijd over mij gesproken zal worden.’ Het meisje van veertien met die grote ogen en dat dagboek is, anders dan die acteurs, tegen wil en dank een onsterfelijk icoon geworden.
Het is nooit de bedoeling geweest om met Lieve Kitty het leed van Anne Frank of van wie dan ook op een gemakkelijke manier te relativeren, benadrukt schrijver Rob de Graaf. ‘Het provocatieve is zeker niet het uitgangspunt geweest. Maar sommige dingen kunnen op zijn minst ontregelend werken.’ Zoals dus Anne Frank met een Israëlisch militair uniform aan en een machinegeweer in handen. De Graaf: ‘De actrice die Anne speelt is mooi, jong en donker. Je zou haar dus heel gemakkelijk tot een lief aaibaar poesje kunnen maken. Dat is te gemakkelijk. Je zou zo een te simpel schema krijgen van de boze buitenwereld en het lieve prinsesje. Dit prinsesje heeft wel een mitrailleur om haar schouder hangen. En haar uniform van het Israëlische leger draagt op zijn minst bij aan de dubbelzinnigheid van de goed-kwaad schematiek waar het in het stuk ook over gaat.’
Die schematiek is, in combinatie met de mythologisering van Anne Frank, inderdaad het belangrijkste thema van Lieve Kitty. De Tweede Wereldoorlog en Anne Frank worden in Nederland nog steeds als morele ijkpunten gezien. De Graaf: ‘Dat bevragen we in de voorstelling. In onze cultuur is de Tweede Wereldoorlog tot een soort morele categorisering geworden, los van elke historische context. Het is geen geschiedenis meer, maar een bijna genetisch aangeboren deel van ons bewustzijn.’
Natuurlijk is er tijdens de repetities nagedacht over taboes. Meer dan bij andere voorstellingen waar De Graaf aan werkte. ‘Het weegt te zwaar als onderwerp om zomaar even op te pakken en dan achteloos weer neer te gooien.’ Maar uiteindelijk moet je ook niet bang zijn om sommige hot issues op te nemen, vindt de schrijver: ‘Het moest uiteindelijk wel gaan over het Achterhuis en onze ingewikkelde verhouding tot die geschiedenis.’ Maar dan wel zonder dat uit te buiten.

Robbert van Heuven, 2008