Gluren in een Zeecontainer

Aan het winderige IJ is een dorpje verrezen van een dozijn zeecontainers. Festival Over ’t IJ, dat vandaag begint, geeft jonge theatermakers de kans om in zo’n container een korte voorstelling te maken en die te spelen tijdens het festival. Dat levert al een paar jaar een veelheid aan kleine, interessante en soms wonderschone voorstellingen op. De Pers nam een kijkje bij de voorbereidingen.

11 juli 2007

Het stro zit nog in hun haar. Renske van der Sluis en Brechtje Kat hebben achter in hun container tientallen balen stro opgestapeld. Ze komen allebei van de boerderij, vertellen ze. En kozen ooit allebei voor een dansopleiding. Een niet zo voor de handliggende keuze voor een boerin. Hun containervoorstelling Boerinnen willen dansen gaat dan ook over de vreemde paradox tussen het uit de klei getrokken en praktische boerenbestaan en de lichtheid en de esthetiek van de dans. Van der Sluis: ‘We wilden kijken hoe het fysieke werk van het binnenhalen van het hooi en dans met elkaar te maken hebben. Bovendien was de hooiberg op de boerderij de plek waar ik als kind mijn fantasie de vrije loop kon laten.’
Even verderop is de moeder van Sanne Zweije druk bezig de laatste hand te leggen aan de imposante inrichting van de container van haar dochter: een schutting met gaten, waardoor je in een badkamer en een huiskamer kunt gluren. Dat is precies het uitgangspunt voor Zweijes voorstelling Gluur. De toeschouwer begluurt door de schutting de eigenaresse van de woning. ‘Ik wil de toeschouwer niet alleen de sensatie van het gluren laten beleven’, vertelt ze, ‘maar hem ook het gevoel geven dat dat toch niet helemaal de bedoeling is.’ Bovendien wil Zweije spelen met de werkelijkheid: wat is echt en wat niet? De geobserveerde vrouw is een actrice. Hoe kun je containerbezoeker dan toch het gevoel geven dat hij naar de werkelijkheid kijkt? Naar de ‘onbewerkte werkelijkheid’, als het ware. Die onbewerkte werkelijkheid is dan ook het overkoepelende thema van alle containervoorstellingen. Kat en Van der Sluis zoeken die in het dagelijkse boerenleven, Zweije in het begluren van de dagelijkse handelingen van een vreemde.
De meeste ‘containerbewoners’ zijn nog studerende of net afgestudeerde theatermakers. Een van de doelen van de containervoorstellingen is om jonge makers te steunen in hun ontwikkeling en hen de kans te geven hun voorstelling vaker te spelen. Tegelijkertijd worden ze begeleid door professionals. Zo hebben Yentl Schieman en Daan Colijn net Alexandra Broeder over de vloer van hun container gehad om over hun voorstelling Koffie en Cake te praten. Broeder is zelf theatermaakster en staat de twee acteurs artistiek bij. Colijn en Schieman zien duidelijk de meerwaarde van het containerproject. Colijn: ‘Zo’n voorstelling is een goede oefening, omdat je een volledige productie moet maken van een kwartier.’ Doordat ze de voorstelling misschien wel veertig keer spelen, krijgen ze ook de kans om als acteurs dingen uit te proberen. Die kans krijgen als ze student anders nooit. Colijn: ‘Daarom mag Over ’t IJ ook nooit stoppen met dit project.’

Robbert van Heuven, 2007