Dood Paard op zoek naar het ideaal

Dood Paard op zoek naar het ideaal

23 april 2007

“Ik denk dat ik wel een idealist ben.”, zei actrice Manja Topper in de nabespreking van de voorstelling Schuur van theatergroep Dood Paard die afgelopen woensdag in première ging. In die voorstelling speelt Topper een vrouw wiens jeugdidealen over een betere wereld in botsing zijn gekomen met de harde realiteit van haar werkzaamheden in de gemeentepolitiek. Nadat die botsing ook nog eens heeft geleid tot de dood van een jeugdvriendin, trekt zij zich met haar man ecologisch terug op een waddeneiland. De idealen van het biologisch veganisme waaraan zij zich vervolgens vastklampen zijn vooral een vlucht uit de werkelijkheid.
De première van Schuur maakt deel uit van de serie voorstellingen met de overkoepelende titel Stock Nederland die Dood Paard drie weken lang in het Amsterdamse Frascati speelt. Vorige week speelde de groep hun voorstelling Eco, volgende week staan ze er met Zelfportret dat kan geen toeval zijn. Daartussen in spelen zij Schuur dat na de serie bovendien het land in gaat. Stock Nederland is het resultaat van de vragen die Dood Paard zich stelt over idealen in een veranderend Nederland: Hoe sterk is het poldermodel? Hoe verhoudt de politiek zich tot het persoonlijke leven? En hoe hard zijn onze idealen eigenlijk?
Zo gaat de geestige voorstelling Eco ook over idealen. Al zijn ze daar een marketinginstrument geworden van het bedrijfsleven. Een stel vergadertijgers probeert in steenkolenengels plannen voor een ecologisch vakantiedorp te ontwerpen, waarmee ze idealistische vakantiegangers geld uit de zak kunnen kloppen. Al gauw strandt de poldervergadering in oeverloze discussies over de naam en de slogan. En dat alles in het steenkolenengels, want je wilt als bedrijf toch wel internationaal serieus worde genomen.
Zelfportret is een meer persoonlijke zoektocht naar idealisme. Daarin nodigt de groep het publiek uit om aan de hand van dia’s herinneringen op te halen. Aan hun jeugd en de idealen die ze toen hadden. En vragen de acteurs zich af wat daarvan gekomen is. Door jeugdfoto’s en jeugdherinneringen af te wisselen met vragen uit een inburgeringcursus en commentaar op krantenartikelen over Nederland-nu, proberen de acteurs het politieke en het persoonlijke aan elkaar te koppelen.
De drie voorstellingen roepen zo vragen op over hoe mensen zich verhouden tot hun idealen en hoe deze met de werkelijkheid botsen. Maar beantwoorden doet Dood Paard de vragen niet. Acteur Oscar van Woensel: “We proberen gedachten of ideeën te formuleren zonder dat we zeggen hoe de wereld zou moeten zijn. In die zin zijn we misschien wel een groep met idealen. Maar kunst maken, is eigenlijk al idealistisch.”

Robbert van Heuven, 2007