Recensie Lenny – George en Eran Producties

In 1966 sterft de legendarische stand-up comedian Lenny Bruce naakt op zijn toilet. Ooit subversief en tegendraads is hij nu mentaal en financieel kapot gemaakt door een overheid die de publieke zeden zegt te willen beschermen. In 2002, op het hoogtepunt van een door 9/11 en Pim Fortuyn aangewakkerde maatschappelijke discussie over de vrijheid van meningsuiting, schreef toneelschrijver en regisseur Koos Terpstra ‘Lenny Bruce’, waarin de opkomst en teloorgang van Bruce werd verbeeld, afwisselend gespeeld door comedians Raoul Heertje en Hans Sibbel.

Nu, in 2016, speelt een groep jonge acteurs de tekst opnieuw, in de regie van Eran Ben-Michaël en in een rokerige nachtclubsetting waarbij het publiek aan tafeltjes zit. Het is altijd toe te juichen als een nieuwe generatie theatermakers Nederlands repertoire herontdekt – dat gebeurt namelijk veel te weinig -, maar de herontdekking van ‘Lenny Bruce’ is geen daverend succes.

Terpstra’s tekst moet het niet hebben van een spannende dramatische ontwikkeling. Bij voortdurende herhaling roept Bruce (Mads Wittermans) door zijn scherpe tong ergernis op van clubeigenaren en politie, waardoor hij uiteindelijk nergens meer kan spelen en berooid achterblijft. Daar valt ook door de groep van Ben-Michaël weinig meeslepends van te maken. Het weinig subtiele en soms matige spel helpt bovendien niet mee om van Lenny een dramatisch personage te maken.

‘Lenny Bruce’ draaide in 2002 dan ook vooral om de politiek-geëngageerde ontleding van de toenmalige actualiteit. Destijds werd Fortuyns taal door samenleving en politiek nog behoorlijk subversief gevonden en de politiek reageerde onder andere met een appèl op normen en waarden. Maar de tijden zijn veranderd. In 2016 schokt weinig ons echt meer. De vrijheid van meningsuiting is vrijwel ongelimiteerd, zeker op sociale media, en de politiek beledigt vrolijk mee. Wat is dan nog de bedreiging van het vrije woord door de staat waar de makers op lijken te willen reageren?

Wat daarbij niet helpt, is dat de comedyteksten die cabaretier Sander van Opzeeland voor de voorstelling schreef niet alleen niet erg leuk en weinig intelligent zijn, ze zijn al helemaal niet subversief of ontoelaatbaar. Moslims, mongolen of Jesse Klaver beledigen is op geen enkele manier (meer) schokkend, uitdagend of ongemakkelijk. Dus over welke subversiviteit de politie zich in de voorstelling nou zo druk om maakt? De enige interessante gedachte die na ‘Lenny Bruce’ blijft hangen, is: zijn er überhaupt nog meningen die we echt subversief en ontoelaatbaar achten?

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.