“Humor maakt het allemaal minder zinloos” – interview Anniek Pheifer

Ze is de nieuwe ‘leading lady’ van het Nationale Toneel. Met een honger naar grote rollen en een voorkeur voor een stabiele werkomgeving. Anniek Pheifer over de lol van een drukke kroeg en het belang van humor.

Nog een week tot de première. Samen met regisseur Antoine Uitdehaag en collega Sallie Harmsen zoekt Anniek Pheifer (38) naar de precieze emotie van de slotscène van ‘The little foxes’. Want de emotie waarmee de laatste scène van het familiedrama van de Amerikaanse schrijfster Lillian Hellman wordt ingestoken, heeft zijn terugslag op de betekenis van het stuk. Dat vergt precisie-acteren en dat betekent de scène eindeloos herhalen met steeds een net iets andere emotionele insteek. Terwijl Harmsen – een van jongste leden van het ensemble van Nationale Toneel – hardop haar vragen formuleert om haar zoeken onder woorden te brengen, ziet Pheifer zwijgend de discussies aan.

Rustig blijven zoeken naar de precieze toon van een scène, waar anderen misschien onrustig worden, is dat nou ervaring? Pheifer, in de korte etenspauze tussen middag- en avondrepetitie denkt daar even over na. ‘Ik ben een ander soort actrice dan Sallie. Toch heeft die rust ook met ervaring te maken. Ik vertrouw er inmiddels op dat de dingen uiteindelijk goed komen. Al kan ik ook nog steeds denken: het lukt niet, ik kan het niet. Maar dat is ook het mooie aan dit vak: je weet nooit zeker of de voorstelling uiteindelijk helemaal gaat lukken.’

Bijna twaalf-en-een-halfjaar – ze hoopt op een speldje, zegt ze lachend -, en bijna haar hele professionele leven werkt Pheifer voor het Nationale Toneel. Als een van de jongsten begonnen, klom ze op tot de ‘leading lady’ van het ensemble na het recente vertrek van Ariane Schlüter. De rol van Regina, het tragische middelpunt van Hellmans drama, past uitstekend in die ontwikkeling. Toch kijkt ze zelf bescheiden naar die nieuwe positie. ‘Het is nog helemaal niet zo lang geleden dat ik voor het eerst dacht: ik ben hier de jongste niet meer… Maar dat betekent niet dat ik de nieuwe Ariane ben. In het ensemble bevindt zich bovendien nog een generatie boven mij, zoals Betty Schuurman en Antoinette Jelgersma. Ik leer nog steeds van hen.’

Toch merkte ze de aflopen tijd dat er een honger ontstond naar de grote rollen: categorie Lady McBeth en Medea. ‘Rollen waar je een beetje bang van wordt, maar waarvan ik nu weet dat ik ze kan. Personages die om een langere, psychologische boog vragen, waarbij je de verschillende hoeken van zo’n mens in kan duiken. Zoals met de rol van Regina: daarbij komen er veel meer vliegtuigen over die je als een verkeersleider veilig moet zien te laten landen.’ Ze vertelt hoe ze – toen ze nog in de horeca werkte – de drukste avonden eigenlijk het leukste vond. ‘Er gebeurt heel veel tegelijk, dus je moet doorbeuken. Ik genoot daar echt van. Nog steeds.’ Maar met die grote rollen komt ook grotere verantwoordelijkheid. ‘Ook naar mijn collega’s. Als ik bagger sta te spelen, dan hebben zij daar nu veel meer last van.’

Zo ook in ‘The little foxes’, waarin Pheifers personage Regina de spilfiguur is: een sterke, harde vrouw aan het begin van de 20e eeuw. Pheifer: ‘Ze is een ambitieuze vrouw in een tijd waarin die ambitie nooit vleugels kan krijgen.’ Door hard en slim te handelen na de dood van haar man ziet ze plots de mogelijkheid zich financieel te bevrijden uit haar afhankelijke rol. Toch speelt Pheifer Regina tijdens de repetitie niet alleen maar hard. Er zit een zacht randje omheen. ‘Ook harde mensen kunnen gevoelig zijn. Iedereen heeft een binnenwereld. Ze heeft een diep verlangen naar het leven. Om de wereld te zien.’ Om Regina die verschillende emotionele kleuren te geven, haalt ze inspiratie uit van alles en nog wat. ‘Uit de tekst, uiteraard, maar ook uit mijn medespelers. Of uit de kostuums: die zijn in Regina’s geval heel vrouwelijk. Daar ga ik dan tegenin spelen, maak haar meer bokkig.’

Om te kunnen spelen, heeft ze een veilige omgeving nodig, heeft ze gemerkt. Die veiligheid is een van de redenen waarom ze al zo lang bij haar gezelschap werkt. ‘Als ik weg zou gaan, dan zou ik het samenwerken met al die collega’s gaan missen. Ik vertrouw op al die mensen die hier werken. Ik durf hier meer, omdat ik me door mijn collega’s gesteund voel. Dat helpt me creatief te zijn.’

Een andere reden dat ze zich bij het Nationale Toneel zo thuis voelt, is om de vrijheid die ze krijgt om soms eens iets totaal anders te doen. Zo stond ze met collega’s Mark Rietman en Vincent Linthorst afgelopen zomer op festival De Parade met hun zelfgeschreven supermarktklucht ‘Liefde is een donut’. Het was een zeer bijzondere ervaring om drie van de beste acteurs van Nederland met vieze pruikjes het Paradepubliek lachend van de banken te laten zien rollen. Pheifer: ‘We hebben zoveel plezier gehad. Normaal vertaal je als acteur zo goed mogelijk wat de regisseur wil zien. Nu ging het erom wat wij zelf leuk vonden. Het was echt een soort vakantie. Maar ook leerzaam: in de grote theaterzaal zit het publiek toch een beetje op afstand. Nu sta je bovenop het publiek en zitten er kinderen en honden op de tribune. Ergens is er bij mij een deurtje opengegaan waar ik nog wel eens doorheen wil duiken.’

Pheifers bleue supermarktcassière was bijzonder geestig, maar ook in haar andere rollen sluimert, zelfs als ze tragisch zijn, altijd een komisch laagje. Alsof haar personages zichzelf en de situatie waarin ze zich bevinden nooit helemaal serieus nemen. Dat klopt wel, zegt ze. ‘Ik kan naar willekeurig wie kijken en daar iets geestigs aan ontdekken. Mensen zijn eenzaam en hulpeloos, maar voeren een enorme strijd om dat niet te zijn. Die strijd moet je niet zien als iets ergs. Je moet er om kunnen lachen. Een personage als de norse Masja uit ‘Drie zusters’ van Tsjechov is zo geestig. Zo boos als zij kan zijn.’ Ze kijkt door het raam naar de overkant van de straat waar zich het ministerie van Financiën bevindt. ‘Elke ochtend staat daar ook een Masja bij de koffieautomaat. Als je kunt lachen om mensen hun worsteling, hun onhebbelijkheden, hun woede, dan kun je dat misschien ook een beetje om je eigen worsteling of woede. Dat maakt het leven dan net een beetje minder zinloos.’

foto: Kurt Van der Elst

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.