De beste vriend van de Soldaat van Oranje – Interview Boy Ooteman

Op 30 oktober aanstaande is het precies 4 jaar geleden dat op voormalig Vliegveld Valkenburg de musical Soldaat van Oranje in première ging. De productie is de langstlopende theatervoorstelling uit de Nederlandse theatergeschiedenis. Acteur Boy Ooteman speelde meer dan 700 keer mee.  ‘Wij dachten zelf: wie gaat daar nou naar toe?’

 Boy Ooteman moet even rekenen. 743 keer speelde hij inmiddels de rol van student Chris de Vries voor meer dan 800.000 bezoekers. Chris is in ‘Soldaat van Oranje’ de beste vriend van Erik Hazelhoff Roelfzema, de verzetsstrijder op wiens autobiografie de succesvoorstelling ‘Soldaat van Oranje’ is gebaseerd.

Sinds de première in 2010 is elke voorstelling uitverkocht. Ooteman had dat in zijn stoutste dromen niet kunnen denken toen hij vier jaar geleden auditie deed. Een vriend vertelde hem over de voorstelling. ‘”Wat wordt het dan?”, vroeg ik. “Geen idee”, zei die vriend, “maar toneelregisseur Theu Boermans gaat het regisseren.” Ik had nooit de ambitie om in een musical te spelen, maar dit wilde ik wel eens meemaken. We hadden eigenlijk niet echt een benul van waar we instapten.’

Pas toen de repetities in de zomer van 2010 begonnen in een repetitiestudio in Amsterdam, werd Ooteman pas echt duidelijk wat de schaal van de onderneming zou gaan worden. ‘Het publiek zou op een draaischijf ronddraaien, we zouden op een voormalig vliegveld gaan spelen en er zou een echt vliegtuig in de voorstelling te zien zijn.’

Het spektakel zou kortom groot zijn, maar regisseur Boermans wilde de voorstelling niet te afhankelijk maken van alle effecten. Ooteman vond het dan ook prettig dat Boermans zijn jonge spelersgroep relatief veel ruimte gaf om mee te denken over de voorstelling en over hun personages. Ooteman: ‘Er werd veel aandacht besteed aan de kwaliteit van het script en aan dat van het spel. Na de repetities op het vliegveld zaten we als acteurs vaak nog uren na te praten in een truckerscafé om de hoek. Er werd zoveel gepraat dat de muzikaal leider op een gegeven moment vroeg: “Is theater een vorm van democratie, of zo?”’

Het werken aan de voorstelling was voor de eerste groep acteurs een sprong in het onbekende. Of er ook mensen zouden komen kijken was in oktober 2010 nog maar zeer de vraag. ‘Wij dachten zelf: “Wie gaat daar nou naar toe?” Er zaten weinig bekende namen in de cast en de voorstelling speelde ook nog eens op een afgelegen vliegveld.’ Maar na de eerste try-outs en de lovende recensies na de première begon de voorstelling als een trein te lopen. Ooteman en zijn collega Oren Schrijver hadden backstage een bescheiden stukje wand zwart geverfd om het aantal voorstellingen te turven. ‘We dachten dat ruimte voor 100 voorstellingen wel genoeg zou zijn. We hebben de ruimte al een aantal keer moeten vergroten.’

Van de vier jaar speelde Ooteman er drie en daarmee is hij één van de langst spelende castleden. Na een jaar stopte een groot deel van de originele cast ermee. Dat was lastig, vond hij, omdat dat de mensen waren met wie hij begonnen was. Ze waren samen in het diepe gesprongen en hadden daarom een hechte band met elkaar. ‘Nog steeds heeft die groep regelmatig etentjes met elkaar. De nieuwe mensen stapten in een voorstelling die al gemaakt was met een volle zaal als vanzelfsprekendheid. Daardoor was er minder een op-leven-en-door-mentaliteit zoals bij de eerste groep. Al is het voor de nieuwe acteurs weer moeilijk om je in korte tijd een rol eigen te maken die je niet zelf hebt ontwikkeld.’

Regisseur Theu Boermans vindt het wel belangrijk dat nieuwe acteurs hun rol echt naar zich toetrekken. Ieder nieuw castlid speelt zijn personage dan ook anders dan zijn voorganger. Zo is de huidige Erik Hazelhoff, gespeeld door Stefan Rokebrand een meer bedachtzame Erik dan de meer testosteron-gedreven eerste Erik van Matteo van der Grijn.

Voor Ooteman bleek het spelen met verschillende acteurs een van de redenen waarom hij het na zoveel voorstellingen nog steeds naar zijn zin heeft. De cast wisselt regelmatig en met elke samenstelling ontstaat er een andere dynamiek in de voorstelling. ‘Ik speel mijn rol met elke cast een beetje anders. Met Stefan kan ik bijvoorbeeld een veel stoerdere Chris neerzetten dan met Matteo. Als ik met hem Matteo speelde was mijn Chris weer veel lomper. De acteurs kleuren de personages als het ware telkens opnieuw naar elkaar toe. Als we allemaal stoïcijns onze eigen rol blijven spelen wordt de voorstelling nooit een organisch geheel.’ Nog steeds hebben de castleden na afloop in het stamcafe discussies over wat er nog beter kan. ‘Dan zegt de barvrouw die sommigen van ons al vier jaar kent: “Hebben jullie het nou al weer over die voorstelling?”

De betrokkenheid van de ‘Soldaten’, zoals de werknemers zichzelf noemen, bij de voorstelling is groot. Castleden vertrekken, maar een groot aantal komt na een tijdje afwezigheid toch weer terug naar Valkenburg. Ooteman: ‘Het is een gemeenschap geworden, een dorp, waarin van alles gebeurt. Er ontstaan vriendschappen, romances, routines en rituelen. Tussen de bedrijven door worden er Mario-Kart-competities en medewerker-van-de-week-wedstrijden opgestart.’

Dat familiegevoel is fijn, zegt hij, maar hij is ook zo lang blijven hangen, omdat hij gewoon een hele leuke rol heeft. Spelen in ‘Soldaat’ heeft veel weg van een jongensboek. ‘Ik mag motorrijden, ik mag schieten, ik mag zwemmen, ik mag mooie liedjes zingen en ik krijg uiteindelijk het meisje.’

Wat de voorstelling voor Ooteman het meest bijzonder maakt, zijn de intense reacties vanuit het publiek. ‘Een man die nooit over de oorlog had willen praten, kwam met zijn zoon naar de voorstelling. Nog voordat de voorstelling aanving, begon hij met vertellen. Hij kwam met tranen in zijn ogen naar buiten en had daarna nog een lang gesprek met zijn zoon. Dat mensen het decor spectaculair vinden, is leuk, maar voor dat soort momenten doe je het.’ Hij vindt het daarom belangrijk dat hij en de andere spelers regelmatig na de voorstelling met het publiek in gesprek gaan. ‘Doordat we zo vaak spelen, is het heel verleidelijk om meteen na de voorstelling naar huis te gaan. Maar voor het publiek is het altijd de eerste keer.”

foto: Joris van Bennekom

Comments

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.